Er is een verband tussen ons individuele gedrag en tal van maatschappelijke problemen. Denk aan ons gebruik van fossiele brandstoffen en klimaatverandering, aan ons gebruik van sociale media en polarisatie en aan onze leefgewoonten en obesitas. Om maatschappelijke problemen op te lossen wordt daarom vaak gezegd dat we als burgers ons gedrag aan moeten passen. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Je eigen gedrag veranderen is erg lastig en kost moeite – zoals iedereen weet die wel eens geprobeerd heeft minder te snoepen, te stoppen met roken, te matigen met alcohol of meer te bewegen. Beleidsmaatregelen gericht op gedragsverandering zijn daarom lang niet altijd succesvol. Het is dus de moeite waard om te kijken of er alternatieve benaderingen zijn.
Eén mogelijk alternatief is om beleid te richten op de verbindingen tussen mensen, dus op hun onderlinge interacties. Dit alternatief komt voort uit de Complexiteitswetenschap. Die relatief jonge wetenschap bestudeert complexe systemen, en zowel mensen als de maatschappij als geheel zijn complexe systemen. Dergelijke systemen bestaan uit onderdelen die op elkaar inwerken en waardoor het geheel eigenschappen krijgt die meer zijn dan de som der delen.
Er zijn drie invalshoeken om met dat soort systemen om te gaan. De eerste is door te kijken naar het gedrag van de onderdelen. Die onderdelen kunnen mensen zijn, maar ook bijvoorbeeld bedrijven, moleculen, luchtdeeltjes enzovoorts.
De tweede invalshoek zijn de kenmerken van het systeem als geheel, ook wel ‘de emergente eigenschappen’ genoemd omdat ze ontstaan uit de interactie tussen de onderdelen. Een voorbeeld hiervan zijn de huizenprijzen, die worden bepaald door vraag en aanbod. Bij eenzelfde aanbod kan de prijs hoger of lager liggen, naar gelang de vraag hoger of lager is.
De derde invalshoek is daarom de manier waarop de onderdelen op elkaar inwerken, met andere woorden het netwerk van de onderlinge interacties.
Het verband tussen ons individuele gedrag en allerlei maatschappelijke eigenschappen wordt dus mede bepaald door die interactienetwerken. En daarmee zijn die netwerken ook een mogelijk aangrijpingspunt om maatschappelijke problemen aan te pakken. Dit is om drie redenen erg interessant. Allereest kan een verandering in de interactie bij hetzelfde gedrag al leiden tot andere uitkomsten op het niveau van het geheel. Een voorbeeld hier is verkeer op de snelweg. Hier kunnen files ontstaan doordat bestuurders te weinig afstand houden tot de auto voor hen – zelfs als er geen sprake is van wegwerkzaamheden of ongelukken. Wanneer iemand te weinig afstand houdt en ineens moet remmen omdat hij anders botst op zijn voorganger, moet de auto daarachter nog harder remmen enzovoorts. Er ontstaat een zichzelf versterkend effect waardoor een file ontstaat. Als er echter voldoende afstand wordt gehouden, ontstaan er veel minder snel en minder vaak files -ook als bestuurders net zo hard blijven rijden.
In de tweede plaats kunnen veranderingen in de interactie er ook toe bijdragen dat mensen, bedrijven en andere onderdelen van de maatschappij ‘uit zichzelf’ hun gedrag aanpassen. Een mooi voorbeeld hiervan is de Randstadrail, die Den Haag, Rotterdam en Zoetermeer met elkaar verbindt – verbindingen in de letterlijke zin dus. Uit een interview in OV Magazine van 5 juli 2018 blijkt dat het aantal reizigers in de loop der jaren fors is gegroeid. ‘De haltes genereerden een vraag die niemand van tevoren had voorspeld’. Dat kwam onder andere doordat onderschat werd ‘wat nieuwe verbindingen doen voor de kansen van mensen’.
Ten derde zijn er tal van voorbeelden waarbij de onderlinge interacties leiden tot zogenaamde ‘netwerkeffecten’, waarbij een klein begin leidt tot een zichzelf versterkend effect waarbij iets ‘viraal gaat’. Bekende voorbeelden zijn natuurlijk de verspreiding van virussen en het ontstaan van modeverschijnselen. Maar ook aan menselijk gedrag zitten vaak sociale netwerkaspecten, waarbij bijvoorbeeld mensen die veel contact hebben met te zware familieleden, buren en vrienden zelf ook overgewicht krijgen. Dit mechanisme kun je echter ook omdraaien: ‘goed voorbeeld doet goed volgen’. Zoiets is een belangrijke factor geweest bij het terugdringen van roken. Het zou mooi zijn als we dit soort netwerkeffecten vaker zouden kunnen gebruiken om positieve dingen viraal te laten gaan.
Kortom: verbindingen kunnen helpen bij het veranderen van verbanden die bijdragen aan maatschappelijke problemen. De komende tijd wil ik deze manier van kijken, dit perspectief daarom in een aantal blogposts verder onderzoeken, om te zien of dit inderdaad kan leiden tot nieuwe inzichten en aanknopingspunten voor één of meer van de vele uitdagingen waar we voor staan.
Reactie plaatsen
Reacties